De vrouwtjes leggen steeds met tussenpozen van 2 dagen een eitje.
Het vrouwtje gaat dag en nacht op haar eieren zitten om ze onder haar veren warm te houden.
Alleen zo kunnen de kleintjes zich ontwikkelen.
Parkietjes maken geen nestjes, maar broeden in een nestkastje met hierin wat zaagsel.
Het vrouwtje komt niet uit het nestkastje als ze eitjes heeft.
Ze krijgt dan eten van het mannetje die van alles bij haar brengt.
Na 18 dagen komen de jonge vogeltjes uit het ei, ze zijn dan helemaal kaal en roze, maar kunnen hard piepen.
De moeder eet de lege eischalen op en gebruikt ze als voedsel voor de jonge parkietjes.
Het voeren gaat steeds in dezelfde volgorde: eerst de grootste daarna de kleinste.
De vader helpt ook druk mee met het zoeken van eten, hij geeft het aan de moeder.
Na 28 dagen hebben de jonge vogels veertjes. Kleine parkietjes slapen veel (daar groeien ze van).
Na ongeveer 33 dagen gaan ze uit hun nestje; dan gaat vader parkiet voor ze zorgen.
Pas na een poosje kunnen ze voor hun eigen eten zorgen.























© COPYRIGHT parkieten-online.nl